Vlucht naar de vrijheid
In het voorgaande heeft u gelezen, dat de familie Turel door de godsdienstoorlog naar de Nederlanden is gevlucht. Ook naar Duitsland en Zwitserland weken vele hugenoten uit.
Een grote golf van vluchtelingen vond plaats toen het Edict van Nantes op 18 oktober 1685 werd opgeheven. Hele steden liepen leeg. B.v. in de stad Tours waren 7000 zijdeweverijen gevestigd, in 1686 waren het er nog 1600 en in 1698 nog maar 120!
Het Edict van Nantes was in 1598 ingesteld door de Franse koning Hendrik de Vierde, die hiermede bepaalde rechten toekende op het gebied van de geloofspraktijk.
De vervolgingen waren verschrikkelijk. Denkt u maar aan de Bartholomeüsnacht in 1572 (een slachting die drie dagen duurde) en het beleg van la Rochelle. Duizenden vluchtten om aan de vervolgingen te ontkomen. In 1668 kwamen de eerste 800 gezinnen naar de Nederlanden, gevolgd door 75 duizend in 1689, vermeerderd met degene, die het in de Palts niet meer uit konden houden door de oorlogvoeringen van Lodewijk de Veertiende.
Ook Pierre Turel en zijn familie was erbij betrokken. Pierre was omstreeks 1635 in Chatillon, Piëmonte, Italië geboren. Het archief commuale, Val D'Aosta, kon de ouders van Pierre niet vinden in de rooms katholieke doop- en trouwregisters. Hieruit kan men opmaken, dat de ouders van Pierre protestant waren. De protestanten waren erg voorzichtig in die tijd om geboorten en huwelijken te laten registreren. Men trouwde vaak voor de schijn in de rooms katholieke kerk.
Ondanks het Edict van Nantes, dat bescherming moest geven, werden ze geplaagd en gekweld. Pierre schreef in november 1698 het volgende: "dat hij niettegenstaande de harde vervolging, die sijt sedert den jare 1679 in Franckrijk beproeft hebben, door een specie van mirakel der goddelijke voorsienigheijt in de jare 1687 daeruijt zijn geraekt, zonder onze heilige religie en godsdienst directelijk nogte indirectelijk verlaten noch afgezworen te hebben".
Zwitserland, met name de stad Bern, zat vol met vluchtelingen in die dagen. Het waren er ongeveer 11 duizend. Achtduizend uit Frankrijk en 3 duizend uit Piëmonte. De stroom vluchtelingen bleef maar aanhouden. Arm en berooid kwam men in Zwitserland, Duitsland en de Nederlanden aan. De toestand in de stad Bern werd onhoudbaar, waar ook Pierre en zijn familie naartoe was gevlucht. De bevolking van deze stad kon het niet langer opbrengen om deze vluchtelingen in hun levensonderhoud te voorzien, zodat "de vlugtelingen aengeseijt wierde, dat zij alle gesamentlijck moste uijt voornoemde stadt vertrecken, soodat Pierre z'n familie sich weder bij hem quam voegen".
Door deze, verordening trok de familie Turel en duizenden anderen naar het noorden en kwam in de Nederlanden aan. Waar hij hier in eerste instantie verbleef is niet bekend. Wel is bekend dat hij graag terug wilde als de omstandigheden dat toelieten. En hij probeerde het ook. Hij stak zich tot een aanzienlijk bedrag in de schulden. In de jaren 1689 en 1690 heeft hij deze onkosten gemaakt voor het onder protektie doen wederkeren der daelluijden in hare daellen.
Om hier toestemming voor te krijgen heeft hij gecorrespondeerd met een afgezant uit Zürich en de Hr. N. Cabrol, commissaris. De kosten voor deze bemoeiingen, door hem gemaakt, zouden worden terugbetaald! Dit werd hem door de heren Cox en Fabricius, afgezanten van zijne Koninklijke Majesteit van Groot Brittannië (koning Willem III) en de afgezanten van Zürich, beloofd. De onkosten waren tot een bedrag van ƒ500,- opgelopen! Achteraf is gebleken, dat hij geen cent voor zijn bemiddelingen heeft terugontvangen.
Piëmonte vormde een onderdeel van het hertogdom Savoye. Doordat dit een klein gebied was in vergelijking tot de omringende landen zoals Spanje en Frankrijk, wisselde Savoye zijn sympathie nogal eens afhankelijk van de situatie. In 1686 had de hertog van Savoye (Piëmonte) zich laten pressen door Lodewijk de Veertiende om de protestanten in zijn gebied alle godsdienstige privilleges te ontnemen. Door deze maatregelen vluchtten de hugenoten naar Zwitserland.
In 1688 begon Lodewijk de Veertiende zijn derde overwinningsoorlog. Voornamelijk op instigatie van koning - stadhouder Willem III kwam het Groot Verbond tot stand: de keizer van Oostenrijk, Hongarije, Spanje, Engeland, de Republiek en Zweden. In 1690 sloot Savoye zich hierbij aan! De hertog koos nu weer de zijde van de Geallieerden, uiteraard tegen een behoorlijke subsidie. Het Groot Verbond moest een vuist maken tegen de expansie van Frankrijk.
Koning - stadhouder Willem III had troepen nodig. Deze hulptroepen zouden worden gelegerd in Savoye. Dit was een unieke mogelijkheid voor Pierre en zijn familie om terug te keren en onder bescherming van deze troepen wilde hij zijn familie mee terugnemen. Pierre meldde zich direct aan en trad in dienst bij koning - stadhouder Willem III. Hij kreeg de rang van vaendrig. Dit moet een welkome ontwikkeling zijn geweest voor de familie. Hij heeft het voor elkaar gekregen, dat z'n familie en een groep hugenoten (waaronder zijn vrienden) onder bescherming van deze troepen konden terugkeren naar de dalen van Piëmonte.
Ze zijn op weggegaan, terug naar hun geboorte streek. De terugtocht verliep niet geheel zonder moeilijkheden. Toen zij bijna op de plaats van bestemming waren aangekomen,werden zij overvallen bij Prayala (het huidige Prayon?) door de Franse troepen, die door de predikant Arnaud werden geleid. De kerkvaders deinsden er in die dagen niet voor terug zelf het zwaard ter hand te nemen.
Zeven van Pierre's naaste vrienden, afkomstig uit de Dauphiné, werden gevangen genomen. Eén werd levend geradbraakt, twee werden er opgehangen en de andere vier voor goed naar de galeien verbannen, waar zij hun leven hebben geëindigd zonder dat zij ooit de godsdienst van Jezus Christus hebben verlaten.
Op een galei zat men om middel en benen voor het leven in paren op een plank vastgeketend. Men hield het er over het algemeen niet lang op uit. Honger, zweepslagen en uitputting vielen hun ten deel.
In 1691 zijn de troepen op de plaats van bestemming aangekomen. Een paar jaar hebben de hugenoten in Savoye in vrijheid kunnen leven.
Langzamerhand bleek, dat de Franse expansie zich ditmaal niet richtte op Savoye maar tegen de Palts. De hulptroepen hadden dus weinig nut meer en werden teruggeroepen. Hierbij kwam ook nog het feit, dat de hertog van Savoye zich in 1695 weer liet strikken door koning Lodewijk de Veertiende, die een zeer voordelig verdrag met de hertog sloot. Deze ontwikkelingen moeten Pierre hebben doen besluiten terug te keren naar de Nederlanden. Teruggekeerd werd hij tijdelijk op wachtgeld gezet, want koning Willem III kon deze soldaten nog wel eens nodig hebben. (Willem van Oranje heeft ook veel geprofiteerd van de hugenootse militairen)
Het staatse Leger van de Nederlanden mocht troepen in garnizoen leggen o.a. in de volgende plaatsen tw; Emmerich, Rees, Burik, Wezel, Rijnberk en Orsoy. Wezel b.v. was in die dagen een belangrijke handels- en garnizoensstad en Orsoy was een tolstation. Deze plaatsen speelden een belangrijke rol in de scheepvaart op de Rijn.
Daar Pierre op "non actief" stond, werd hij naar een van deze plaatsen gezonden. Tot 1697 moet hij daar gewoond hebben. De troepen werden na de vrede van Rijswijk, die op 20 september 1697 werd getekend, ontbonden.
Pierre werd met pensioen gestuurd, want hij was al over de 60 jaar. Waar hij en zijn familie de rest van zijn leven heeft gewoond is niet bekend. Ik vermoed, dat het Delft, den Haag of Utrecht is geweest.
Pierre zou een pensioen krijgen van 10 stuivers daags voor hemzelf, gelijk aan alle andere subalterne officieren (hij had de dienst in de rang van luitenant beëindigd) en acht stuivers daags voor zijn vrouw en zijn dochter (Anna), die nogal ziekelijk was.
Maar in januari 1698 werd zijn pensioen vastgesteld op ƒ250,= per jaar in de "qualiteit" als vendrigh. (zonder toelage) Het gehele jaar 1698 moest hij rondkomen van een pensioen, dat veel te laag was, :"t gene hem in groote noot en droevige staat bragt"
Hij liet het er niet bij zitten en diende op 6 november 1698 een bezwaarschrift in bij de staten Generaal en tevens verzocht hij om uit de gedane kollekten te worden onderhouden. In die dagen werd er geld ingezameld om de hugenoten in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Zijn verzoek werd gehonoreerd. Het antwoord van de staten Generaal was als volgt samengevat: "Op ter vergadering gelezen het verzoek van Pierre Turrel, verzoekende om redenen, zoals in het voorgaand verzoek is uitgedrukt, dat Hare Hoogh Mogende Geliefden aan de verzoeker tot alimentatie en onderhoud van zijne familieleden zij uit gedane kollecten of uit enig ander middel te laten toekomen, zodanige som van penningen, als H.H.M. zouden bevinden te behoren. Waarop gedebiteerd zijnde, is goedgevonden ende verstaan, dat kopie van het voorschreve request gesteld zal worden in handen van de Heeren Sians en de andere Heeren Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de zaken 247 van financiën, om te visiteren, examineren en de van alles alhier ter vergaderinge rapport te doen".
Waar Pierre de laatste jaren van zijn leven heeft gewoond is niet meer te achterhalen. Ik heb het wel geprobeerd. Het pensioen werd gerepatrieerd (betaald) door de provincie Holland. De uitbetalingen werden ongetwijfeld genoteerd. Door middel van deze boekhouding zou ik erachter gekomen kunnen zijn naar welk adres het pensioen ging. Maar helaas, de boekhouding is verloren gegaan en op de niet volledige klapper en op de slechts gedeeltelijk bewaard gebleven stamboeken, conduitelijsten, rangeer- en recrutenlijsten van het archief van de Raad van state, komt de naam Turrel niet voor. Alleen door toeval kunnen we hier achter komen.
door F.J. Turel jr. te Huizen onderzocht en opgetekend
In het voorgaande heeft u gelezen, dat de familie Turel door de godsdienstoorlog naar de Nederlanden is gevlucht. Ook naar Duitsland en Zwitserland weken vele hugenoten uit.
Een grote golf van vluchtelingen vond plaats toen het Edict van Nantes op 18 oktober 1685 werd opgeheven. Hele steden liepen leeg. B.v. in de stad Tours waren 7000 zijdeweverijen gevestigd, in 1686 waren het er nog 1600 en in 1698 nog maar 120!
Het Edict van Nantes was in 1598 ingesteld door de Franse koning Hendrik de Vierde, die hiermede bepaalde rechten toekende op het gebied van de geloofspraktijk.
De vervolgingen waren verschrikkelijk. Denkt u maar aan de Bartholomeüsnacht in 1572 (een slachting die drie dagen duurde) en het beleg van la Rochelle. Duizenden vluchtten om aan de vervolgingen te ontkomen. In 1668 kwamen de eerste 800 gezinnen naar de Nederlanden, gevolgd door 75 duizend in 1689, vermeerderd met degene, die het in de Palts niet meer uit konden houden door de oorlogvoeringen van Lodewijk de Veertiende.
Ook Pierre Turel en zijn familie was erbij betrokken. Pierre was omstreeks 1635 in Chatillon, Piëmonte, Italië geboren. Het archief commuale, Val D'Aosta, kon de ouders van Pierre niet vinden in de rooms katholieke doop- en trouwregisters. Hieruit kan men opmaken, dat de ouders van Pierre protestant waren. De protestanten waren erg voorzichtig in die tijd om geboorten en huwelijken te laten registreren. Men trouwde vaak voor de schijn in de rooms katholieke kerk.
Ondanks het Edict van Nantes, dat bescherming moest geven, werden ze geplaagd en gekweld. Pierre schreef in november 1698 het volgende: "dat hij niettegenstaande de harde vervolging, die sijt sedert den jare 1679 in Franckrijk beproeft hebben, door een specie van mirakel der goddelijke voorsienigheijt in de jare 1687 daeruijt zijn geraekt, zonder onze heilige religie en godsdienst directelijk nogte indirectelijk verlaten noch afgezworen te hebben".
Zwitserland, met name de stad Bern, zat vol met vluchtelingen in die dagen. Het waren er ongeveer 11 duizend. Achtduizend uit Frankrijk en 3 duizend uit Piëmonte. De stroom vluchtelingen bleef maar aanhouden. Arm en berooid kwam men in Zwitserland, Duitsland en de Nederlanden aan. De toestand in de stad Bern werd onhoudbaar, waar ook Pierre en zijn familie naartoe was gevlucht. De bevolking van deze stad kon het niet langer opbrengen om deze vluchtelingen in hun levensonderhoud te voorzien, zodat "de vlugtelingen aengeseijt wierde, dat zij alle gesamentlijck moste uijt voornoemde stadt vertrecken, soodat Pierre z'n familie sich weder bij hem quam voegen".
Door deze, verordening trok de familie Turel en duizenden anderen naar het noorden en kwam in de Nederlanden aan. Waar hij hier in eerste instantie verbleef is niet bekend. Wel is bekend dat hij graag terug wilde als de omstandigheden dat toelieten. En hij probeerde het ook. Hij stak zich tot een aanzienlijk bedrag in de schulden. In de jaren 1689 en 1690 heeft hij deze onkosten gemaakt voor het onder protektie doen wederkeren der daelluijden in hare daellen.
Om hier toestemming voor te krijgen heeft hij gecorrespondeerd met een afgezant uit Zürich en de Hr. N. Cabrol, commissaris. De kosten voor deze bemoeiingen, door hem gemaakt, zouden worden terugbetaald! Dit werd hem door de heren Cox en Fabricius, afgezanten van zijne Koninklijke Majesteit van Groot Brittannië (koning Willem III) en de afgezanten van Zürich, beloofd. De onkosten waren tot een bedrag van ƒ500,- opgelopen! Achteraf is gebleken, dat hij geen cent voor zijn bemiddelingen heeft terugontvangen.
Piëmonte vormde een onderdeel van het hertogdom Savoye. Doordat dit een klein gebied was in vergelijking tot de omringende landen zoals Spanje en Frankrijk, wisselde Savoye zijn sympathie nogal eens afhankelijk van de situatie. In 1686 had de hertog van Savoye (Piëmonte) zich laten pressen door Lodewijk de Veertiende om de protestanten in zijn gebied alle godsdienstige privilleges te ontnemen. Door deze maatregelen vluchtten de hugenoten naar Zwitserland.
In 1688 begon Lodewijk de Veertiende zijn derde overwinningsoorlog. Voornamelijk op instigatie van koning - stadhouder Willem III kwam het Groot Verbond tot stand: de keizer van Oostenrijk, Hongarije, Spanje, Engeland, de Republiek en Zweden. In 1690 sloot Savoye zich hierbij aan! De hertog koos nu weer de zijde van de Geallieerden, uiteraard tegen een behoorlijke subsidie. Het Groot Verbond moest een vuist maken tegen de expansie van Frankrijk.
Koning - stadhouder Willem III had troepen nodig. Deze hulptroepen zouden worden gelegerd in Savoye. Dit was een unieke mogelijkheid voor Pierre en zijn familie om terug te keren en onder bescherming van deze troepen wilde hij zijn familie mee terugnemen. Pierre meldde zich direct aan en trad in dienst bij koning - stadhouder Willem III. Hij kreeg de rang van vaendrig. Dit moet een welkome ontwikkeling zijn geweest voor de familie. Hij heeft het voor elkaar gekregen, dat z'n familie en een groep hugenoten (waaronder zijn vrienden) onder bescherming van deze troepen konden terugkeren naar de dalen van Piëmonte.
Ze zijn op weggegaan, terug naar hun geboorte streek. De terugtocht verliep niet geheel zonder moeilijkheden. Toen zij bijna op de plaats van bestemming waren aangekomen,werden zij overvallen bij Prayala (het huidige Prayon?) door de Franse troepen, die door de predikant Arnaud werden geleid. De kerkvaders deinsden er in die dagen niet voor terug zelf het zwaard ter hand te nemen.
Zeven van Pierre's naaste vrienden, afkomstig uit de Dauphiné, werden gevangen genomen. Eén werd levend geradbraakt, twee werden er opgehangen en de andere vier voor goed naar de galeien verbannen, waar zij hun leven hebben geëindigd zonder dat zij ooit de godsdienst van Jezus Christus hebben verlaten.
Op een galei zat men om middel en benen voor het leven in paren op een plank vastgeketend. Men hield het er over het algemeen niet lang op uit. Honger, zweepslagen en uitputting vielen hun ten deel.
In 1691 zijn de troepen op de plaats van bestemming aangekomen. Een paar jaar hebben de hugenoten in Savoye in vrijheid kunnen leven.
Langzamerhand bleek, dat de Franse expansie zich ditmaal niet richtte op Savoye maar tegen de Palts. De hulptroepen hadden dus weinig nut meer en werden teruggeroepen. Hierbij kwam ook nog het feit, dat de hertog van Savoye zich in 1695 weer liet strikken door koning Lodewijk de Veertiende, die een zeer voordelig verdrag met de hertog sloot. Deze ontwikkelingen moeten Pierre hebben doen besluiten terug te keren naar de Nederlanden. Teruggekeerd werd hij tijdelijk op wachtgeld gezet, want koning Willem III kon deze soldaten nog wel eens nodig hebben. (Willem van Oranje heeft ook veel geprofiteerd van de hugenootse militairen)
Het staatse Leger van de Nederlanden mocht troepen in garnizoen leggen o.a. in de volgende plaatsen tw; Emmerich, Rees, Burik, Wezel, Rijnberk en Orsoy. Wezel b.v. was in die dagen een belangrijke handels- en garnizoensstad en Orsoy was een tolstation. Deze plaatsen speelden een belangrijke rol in de scheepvaart op de Rijn.
Daar Pierre op "non actief" stond, werd hij naar een van deze plaatsen gezonden. Tot 1697 moet hij daar gewoond hebben. De troepen werden na de vrede van Rijswijk, die op 20 september 1697 werd getekend, ontbonden.
Pierre werd met pensioen gestuurd, want hij was al over de 60 jaar. Waar hij en zijn familie de rest van zijn leven heeft gewoond is niet bekend. Ik vermoed, dat het Delft, den Haag of Utrecht is geweest.
Pierre zou een pensioen krijgen van 10 stuivers daags voor hemzelf, gelijk aan alle andere subalterne officieren (hij had de dienst in de rang van luitenant beëindigd) en acht stuivers daags voor zijn vrouw en zijn dochter (Anna), die nogal ziekelijk was.
Maar in januari 1698 werd zijn pensioen vastgesteld op ƒ250,= per jaar in de "qualiteit" als vendrigh. (zonder toelage) Het gehele jaar 1698 moest hij rondkomen van een pensioen, dat veel te laag was, :"t gene hem in groote noot en droevige staat bragt"
Hij liet het er niet bij zitten en diende op 6 november 1698 een bezwaarschrift in bij de staten Generaal en tevens verzocht hij om uit de gedane kollekten te worden onderhouden. In die dagen werd er geld ingezameld om de hugenoten in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Zijn verzoek werd gehonoreerd. Het antwoord van de staten Generaal was als volgt samengevat: "Op ter vergadering gelezen het verzoek van Pierre Turrel, verzoekende om redenen, zoals in het voorgaand verzoek is uitgedrukt, dat Hare Hoogh Mogende Geliefden aan de verzoeker tot alimentatie en onderhoud van zijne familieleden zij uit gedane kollecten of uit enig ander middel te laten toekomen, zodanige som van penningen, als H.H.M. zouden bevinden te behoren. Waarop gedebiteerd zijnde, is goedgevonden ende verstaan, dat kopie van het voorschreve request gesteld zal worden in handen van de Heeren Sians en de andere Heeren Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de zaken 247 van financiën, om te visiteren, examineren en de van alles alhier ter vergaderinge rapport te doen".
Waar Pierre de laatste jaren van zijn leven heeft gewoond is niet meer te achterhalen. Ik heb het wel geprobeerd. Het pensioen werd gerepatrieerd (betaald) door de provincie Holland. De uitbetalingen werden ongetwijfeld genoteerd. Door middel van deze boekhouding zou ik erachter gekomen kunnen zijn naar welk adres het pensioen ging. Maar helaas, de boekhouding is verloren gegaan en op de niet volledige klapper en op de slechts gedeeltelijk bewaard gebleven stamboeken, conduitelijsten, rangeer- en recrutenlijsten van het archief van de Raad van state, komt de naam Turrel niet voor. Alleen door toeval kunnen we hier achter komen.
door F.J. Turel jr. te Huizen onderzocht en opgetekend